Een geanimeerd gesprek, van de hak op de tak. Zo leek het te gaan, maar niets is minder waar. Petra Bies, journaliste voor het Noord-Hollands Dagblad, interviewde mij over hoogbegaafdheid bij volwassenen, over de kenmerken van hoogbegaafd zijn, over mijn eigen ervaring en vertelde en-passant ook over haar eigen ervaringen. Heerlijk om onder het genot van een goede cappuccino van gedachten te wisselen over een onderwerp waarvan je beiden hoopt dat het over een tijdje geen onderwerp meer hoeft te zijn. Dat hoogbegaafdheid gewóón is, ook al gaat het maar om zo’n klein percentage van de bevolking.

Van ons bevlogen hak-op-de-tak-gesprek heeft ze een helder artikel geschreven waar ik zelf heel blij mee ben. Ik mocht ook nog op de foto bij (pers)fotograaf Erna Faust uit Alkmaar. Ook dat was een bijzonder toffe ervaring.

Je leest het artikel hieronder, ik hoor graag jouw reactie bij de comments!

Schermafbeelding 2017-05-02 om 15.49.30

Door: Petra Bies, NHD 29-04-2017

Als je hoogbegaafd bent heb je een IQ van 130 of hoger. Prima stel hersens, de wereld ligt voor je open, je gaat fluitend door het leven. Zou je denken. De werkelijkheid is vaak anders. Veel hoogbegaafden tobben. Ze worstelen met hun gevoeligheid die zoveel groter lijkt dan die bij de mensen om hen heen, bijvoorbeeld. Dat ‘groter lijkt’ is een verkeerde woordkeus. Bij een hoogbegaafdheid hoort niet alleen een buitengewoon hoog IQ, maar er zijn ook persoonskenmerken. In de wetenschap wordt tegenwoordig de definitie van Kooijman-van Thiel gehanteerd en die gaat zo: “Een hoogbegaafde is een snelle en slimme denker, die complexe zaken aankan. Autonoom, nieuwsgierig en gedreven van aard. Een sensitief en emotioneel mens, intens levend. Hij of zij schept plezier in creëren.”

“Het is echt meer dan dat cijfertje”, zegt Daisy Sanches, die zich in haar praktijk De Dappere Professional sinds anderhalf jaar heeft gespecialiseerd in het coachen van bovenmatig intelligente mensen. Sterke denkers kampen vaak met faalangst en ervaren problemen als dingen niet vanzelf gaan, ze zich moeten inspannen terwijl ze dat nooit gewend zijn geweest. “Maar bij hoogbegaafden is er tevens sprake van een hoge sensitiviteit en iets wat ik hoogbewust noem. Hoogbegaafden hebben een soort voelsprieten. Wat ze daarmee opvangen nemen ze mee in hun denken. Het is een andere manier van waarnemen, zonder dat het spiritueel wordt. Ze hebben er bijvoorbeeld een sensor voor als iemand niet echt is in zijn gedrag, maar ze pikken ook gevoelens van anderen op. Dan kunnen ze zich rot gaan voelen doordat een ander zich rot voelt. Je kunt je voorstellen dat je daar heel moe van wordt, dat je op een gegeven moment niet meer weet wie je zelf bent.” Iets wat nog stevig gevoed wordt door het gegeven dat veel hoogbegaafde volwassenen zich noodgedwongen anders zijn gaan gedragen dan hun natuur hen ooit ingaf. “Veel mensen leven met de voet op de rem, gaan langzamer dan ze zouden willen.” In het onderwijs is tegenwoordig ruimschoots aandacht voor hoogbegaafden, maar voor de oudere generaties lag dat anders. Sanches is zelf 45 en herinnert zich een voorval uit haar eigen jeugd. “In de eerste of de tweede klas. De juf had vijf koekjes van vilt op een bord geplakt en de opdracht was om te delen. De bedoeling was dat we begrepen dat je bij vijf altijd op oneven getallen uitkomt, maar ik zag dat probleem niet en plakte links en rechts twee koekjes en plakte de laatste heel precies in het midden van de verdeellijn, als twee helften. ‘Fout’, riep de juf.” Funest voor een hoogbegaafd kind, met al haar gevoeligheid. “Sindsdien heb ik mijn mond gehouden.”

Dom voelen

Je mond maar dicht houden, een neiging die veel hoogbegaafde volwassenen vertonen. “Gek genoeg ook vaak omdat ze zichzelf maar dom vinden. Omdat ze anders denken dan de mensen om hen heen, niet te volgen gedachtesprongen maken en niemand hun grapjes begrijpt. Omdat ze zich anders voelen dan anderen, altijd het ‘waarom’ van dingen willen weten terwijl dat de rest niet zo lijkt te interesseren.” Wie zichzelf maar dom vindt, zal nooit vermoeden dat er sprake is van eigen hoogbegaafdheid. De media helpen doorgaans ook niet mee bij de bewustwording; als het daar over hoogbegaafdheid gaat handelt het over excessen, zoals jonge kinderen die al naar de universiteit gaan.

Er ligt nog heel wat missiewerk, vindt Sanches. Daarom zit ze in de organisatie van het HB-café dat sinds kort geregeld in Alkmaar wordt gehouden en dat voor iedereen toegankelijk is. Ook heeft ze een internetcursus opgezet, die ook door iedereen die zich in het beeld herkent kan worden gevolgd. Er is een besloten Facebook-groep aan gekoppeld, waarop deelnemers hun ervaringen kunnen uitwisselen. Allemaal bedoeld om tobbende hoogbegaafden helderheid, steun en (h)erkenning te geven. “Want het is schrijnend als mensen hun eigen plek niet kunnen vinden, niet mogen zijn wie ze zijn en zich daardoor ongelukkig voelen. Als ze één keer beseffen dat ze hoogbegaafd zijn, valt er vaak heel veel op z’n plek. Laats nog had ik een oudere man die helemaal jubelde. ‘Dus ik ben niet gek!’, riep hij. Hij had altijd gedacht dat er een steekje aan hem los zat.”